Arjan
“De GGD staat voor me klaar als dat nodig is.”
Als Wijk GGD’er in de gemeente Vught ga ik naar zorgmeldingen waarbij overlast in de wijk is ontstaan. Vaak vanwege een persoon met onbegrepen gedag. Dit maakt mijn werk heel divers. Soms begin ik met een gesprek met iemand onder een brug en eindigt mijn werkdag in een miljoenenvilla.
Hoe dat komt? Onbegrepen gedrag kan iedereen overkomen. Ik help allerlei mensen waarmee het even niet zo lekker gaat: van jong tot oud, van arm tot rijk. Daarnaast heb ik niet alleen contact met de persoon die hulp nodig heeft, maar vaak met meer wijkbewoners. Zo kan een wijk overlast ervaren van een medebewoner die door omstandigheden af en toe alles bij elkaar schreeuwt. Of iemand die minder goed voor zichzelf of het huis zorgt. Als omwonenden dit delen met bijvoorbeeld de politie, gemeente of het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag, kan die persoon geholpen worden. Dan kom ik om de hoek kijken als onafhankelijk sociaal verpleegkundige.
De rust bewaren
Dat ik onafhankelijk werk is heel belangrijk, want er spelen altijd twee belangen: veiligheid en zorg. Veiligheid heeft over het algemeen prioriteit vanuit politie, gemeente en de wijk. Tegelijkertijd heeft de persoon met onbegrepen gedrag goede zorg nodig en dat kost tijd. Gedrag verander je nu eenmaal niet zomaar. Ik probeer die verandering op gang te brengen door als eerst te praten met de melder. Op die manier krijg ik informatie voor de juiste vervolgstappen. Bijvoorbeeld of de melder weet of er al hulpverlening betrokken is. Als het daarop lijkt, probeer ik met diegene contact te leggen. Mijn netwerk is dan heel belangrijk! Wanneer er nog geen hulpverlening betrokken is, probeer ik in contact te komen met de overlastgever.
Ik steek mijn hand uit
Dit eerste contact met de overlastgever kan lastig zijn. Niet iedereen staat open voor hulp en geen mens is hetzelfde. Transparantie, openheid en eerlijkheid is dan heel belangrijk. Net als mijn intuïtie. Een stoere gast spreek ik aan op zijn level en met een rechte rug: “Gast, kunnen wij eens efkes babbelen!”. Ik voel aan dat de taal van ‘oude jongens krentenbrood’ dan het beste werkt. Een oudere vrouw die niet meer zo goed voor zichzelf zorgt en misschien wel dementeert, benader ik op een andere manier. Juist met een zachte, respectvolle houding en heel ander taalgebruik. Alles om vertrouwen te wekken. Ik steek mijn hand uit en help hem of haar samen met andere professionals in mijn netwerk verder.
In mijn werk heb ik veel contact met professionals in Vught en af en toe met collega’s van de GGD. Ik weet dat ik altijd bij hen terechtkan bij lastige situaties. De GGD staat voor me klaar als dat nodig is!