Teken actief, pas op voor tekenbeten
In het voorjaar kun je er weer lekker op uit, de natuur in. Maar in deze periode loop je ook kans op tekenbeten. Door een tekenbeet kun je de ziekte van Lyme krijgen. Probeer tekenbeten dus zoveel mogelijk te voorkomen. Heb je er toch één, haal hem dan zo snel mogelijk weg.
Teken zijn er het hele jaar door, maar ze worden actief in het voorjaar als de temperatuur stijgt. Ze komen in het hele land voor. Van grassen en struiken stappen ze over op mensen en bijten ze zich vast in de huid.
Hoe voorkom je tekenbeten?
Met deze simpele maatregelen maak je de kans op tekenbeten een stuk kleiner:
- Blijf tijdens het wandelen op de paden. Loop niet in dichte struiken of hoog gras.
- Draag een broek met lange pijpen en een T-shirt met lange mouwen. Stop je broek in je sokken.
- Als je blote benen en armen hebt, smeer ze dan in met een middel waar DEET in zit. Lees de aanwijzing op de verpakking.
Doe de teken-check!
Ben je in het groen geweest? Controleer jezelf en je kinderen op tekenbeten. Check vooral de vochtige, warme plekjes zoals liezen, oksels, knieholtes en achter de oren. Heb je een teek? Haal die dan zo snel mogelijk weg! Hoe sneller je de teek weghaalt, hoe kleiner de kans op de ziekte van Lyme. Zo controleer je op teken.
Hoe herken je een teek?
Een teek is meestal klein, plat en spinachtig van vorm, variërend in grootte afhankelijk van het ontwikkelingsstadium en het voedsel dat ze hebben opgenomen. Ze hebben acht poten en kunnen variëren in kleur, van bruin tot zwart of grijs. Teken hechten zich vaak vast aan de huid en kunnen op een moedervlek lijken. Na het voeden met bloed worden ze vaak groter en voller.
Meer informatie over teken en de ziekte van Lyme lees je op de website GGD Leefomgeving.