Weg met die seks-kast of toch niet?
Vereenvoudigen om elkaar te begrijpen?
Wij mensen, met in het bijzonder (zorg)professionals, houden van hokjes. Door gedrag / gedragingen te classificeren wordt iets meetbaar, behapbaar en/of concreet. De DSM V is hier ook een mooi voorbeeld van. Het is een methode zodat we dezelfde taal spreken en onze zorg bijvoorbeeld gemakkelijker kunnen afstemmen. Maar zijn wij mensen nu echt in hokjes te plaatsen?
Tussen hokjes in de praktijk
Op mijn spreekuur zag ik een jongeman, Gerwen*, van rond de 24 jaar oud. Hij heeft in de online anamneselijst ingevuld dat hij zichzelf ziet als heteroseksueel, maar in de laatste 6 maanden heeft hij enkel seks gehad met mannen. Goh interessant, want in mijn referentiekader denk ik dan toch eerder aan een ander ‘hokje’. Deze gedachte deel ik met Gerwen, waarop hij wat begint te lachen ‘hoezo kun je als hetero geen seks hebben met mannen dan?’. Interessante vraag. Tijdens het gesprek geeft Gerwen aan dat hij zich niet zo kan vinden in al die hokjes, maar als hij zichzelf zou moeten benoemen dan kiest hij voor het woord ‘hetero-flexueel’. Dit betekent in zijn visie dat je seks hebt met vrouwen, mannen, noem het maar op, maar dat hij zich enkel romantisch aangetrokken voelt tot vrouwen. Hij zou dan ook nooit een relatie kunnen opbouwen met een man, maar hij heeft er wel fantastische seks mee. Fantastisch eigenlijk en zo zou het ook moeten zijn. Het maakt je geen ander mens, het maakt je gewoon mens.
Hokjes kunnen helpen, als je er ook maar uit kunt stappen: met of zonder label
In onze spreekkamer is de ‘hokjesmethode’ fijn omdat het ons als professional kan helpen om het gesprek aan te gaan met diegene die je voor je hebt zitten. Zo zag ik laatst een meisje, zo rond de 18 jaar oud, die het hokje overig had ingevuld. Ze had enkel seks met mannen. Zo gemakkelijk om dan te denken dat ze in het hokje ‘hetero’ past. In gesprek geeft ze aan zich ongemakkelijk te voelen bij de hokjes omdat ze het gewoon nog niet zo goed weet. Het is zo gelopen dat ze alleen seks had met mannen, waar ze overigens van geniet, maar ze weet niet zeker of ze ook geen seks met vrouwen gaat hebben. Ze vindt vrouwen over het algemeen ook heel mooi. En dit is precies wat duidelijk maakt dat seksuele voorkeur geen vaststaand gegeven hoeft te zijn. Soms wel, soms voelt iemand zich er prettig bij om zich een bepaalde zelfbenoeming te geven, maar soms ook niet. En alles zou oké moeten zijn.
Jammer dat we vanuit deze hokjes soms kortzichtig kunnen zijn of ons negatief moeten uitlaten. Neem nou het voorbeeld van een bekende volkszanger die na jarenlang uit te zijn gekomen als homoseksueel, nu dolgelukkig in verwachting is met zijn vriendin. We zouden blij mogen zijn dat iemand het geluk vindt, hoe dit er dan ook uit ziet.
Kom eruit als het bevrijdt – maar weet dat je al gewoon jezelf bent: en dat is mooi
Dat het soms ingewikkeld kan voelen door de vele wijzen waarop we elkaar wel of niet mogen aanspreken of hoe mensen zich kunnen identificeren kan ik volledig ondersteunen. Het mooie is dat de meeste mensen open staan voor gesprek, dat het mooie aanknopingspunten kan geven tot ondersteuning of bijvoorbeeld een advies. Dus de kast mag blijven, maar als tool om het gesprek aan te gaan maar niet zozeer om mensen te ‘veroordelen’. Want je bent: en dat is mooi.
* Naam van de cliënt in deze blog is aangepast om de privacy van de cliënt te beschermen.
-
Reacties (1)
Geef een reactie
Helemaal mee eens, Inge! Die kastjes zijn alleen een hulpmiddel…