Resultaten VGO-III ondersteunen GGD advies: Houd afstand tussen geitenhouderijen en gevoelige bestemmingen
VGO-III onderzoek bevestigt het verhoogde risico op longontstekingen bij omwonenden van geitenhouderijen. Het advies van de GGD blijft daarom “houd afstand tussen geitenhouderijen en gevoelige bestemmingen”.
Mensen die in de buurt van een geitenhouderij wonen, hebben meer kans op longontsteking dan gemiddeld. Dit is een consistent verband, dat al sinds 2009 wordt aangetoond in onderzoeken in Nederland. Het onderzoek VGO-III door het programma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden was gericht op het vinden van de oorzaak van dit hogere risico op longontsteking. De bevindingen wijzen in de richting van bacteriën afkomstig van geitenhouderijen als oorzaak. Het onderzoek is uitgevoerd door het RIVM, Universiteit Utrecht, de WUR en het NIVEL.
Onderzoeken binnen het onderzoeksprogramma VGO tonen al jaren aan dat mensen die in de buurt van een geitenhouderij wonen, meer kans hebben op longontsteking dan gemiddeld. Dit hogere risico is gevonden tot 2.000 meter afstand van een geitenhouderij. Het risico neemt toe naarmate de afstand tot de geitenhouderij kleiner wordt (Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) | RIVM). Het nieuwe onderzoek VGO-III bevestigt deze eerdere bevindingen.
Advies GGD: blijf afstand houden tussen geitenhouderijen en gevoelige bestemmingen
GGD GHOR Nederland adviseerde op basis van de eerdere VGO onderzoeken, om afstand te houden tussen gevoelige bestemmingen (zoals woningen, verzorgingshuizen, kinderopvang en scholen) en geitenhouderijen (zie ook de GGD-richtlijn veehouderij en gezondheid). Het rapport van het VGO-III onderzoek, begin februari 2025 openbaar is gemaakt, geeft geen aanleiding dat advies aan te passen. Het VGO-III onderzoek bevestigt dat afstand houden tussen geitenhouderij en gevoelige bestemmingen nodig blijft om te voorkomen dat nieuwe of hogere gezondheidsrisico’s ontstaan, totdat er meer duidelijkheid is over bewezen effectieve bronmaatregelen om het risico te beperken. Vanuit oogpunt van publieke gezondheid raden we daarom nieuwvestiging of uitbreiding van geitenhouderijen binnen twee kilometer van gevoelige bestemmingen af. Andersom adviseren we om nieuwe gevoelige bestemmingen zoveel mogelijk buiten twee kilometer van bestaande geitenhouderijen te plaatsen. In besluitvorming over lokale ontwikkelingen binnen deze zone is het van belang het risico op longontsteking mee te wegen. De GGD kan hierbij ondersteunen als adviseur over deze en andere gezondheidsaspecten van de leefomgeving.
Resultaten VGO-III
Impact op de volksgezondheid
Longontsteking is een belangrijke oorzaak van ziekte, ziekenhuisopname en overlijden, vooral onder jonge kinderen en ouderen. In Nederland krijgen jaarlijks ruim 290.000 mensen een longontsteking. De resultaten van VGO-III bevestigen de eerdere bevinding dat longontsteking meer voorkomt rond geitenhouderijen. De onderzoekers hebben berekend dat dit betekent dat onder de ca. 1,5 miljoen mensen die wonen binnen een straal van twee kilometer van geitenhouderijen, naar schatting 1200-6600 extra longontstekingen per jaar voorkomen. Geschat wordt, op basis van voor Nederland bekende cijfers over longontstekingen, dat dit resulteert in ongeveer 100-600 extra ziekenhuisopnamen en 20-100 extra sterfgevallen per jaar (bron: Toekomst veehouderij | Tweede Kamer der Staten-Generaal). Deze impact op de zorg en samenleving vindt de GGD zorgwekkend.
Aanwijzingen voor rol van bacteriën van geitenbedrijven bij longontsteking
Het nieuwste VGO onderzoek (VGO-III) is opgezet om te achterhalen waarom mensen die wonen in de buurt van geitenhouderijen vaker een longontsteking hebben. De eerdere onderzoeken gaven namelijk geen inzicht in mogelijke oorzaken. Wel is duidelijk dat het verband niet veroorzaakt wordt door Q-koorts. De resultaten van het VGO-III onderzoek wijzen in de richting van bacteriën afkomstig van geitenhouderijen als oorzaak. Door tegenvallende deelnemersaantallen als gevolg van de COVID-19-pandemie, kon een oorzakelijk verband echter niet met zekerheid worden vastgesteld. De meest waarschijnlijke bronnen van bacteriën in de lucht op en rondom geitenhouderijen zijn de bedding van stallen en stalmest. De onderzoekers adviseren om te onderzoeken of aanpassingen in de bedrijfsvoering de hoeveelheid ziekteverwekkers in stal- en omgevingslucht kunnen terugbrengen.
Adviesvraag aan Gezondheidsraad
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Gezondheidsraad gevraagd om de resultaten van het onderzoek mee te wegen bij een actualisering van het Gezondheidsraadadvies uit 2018 over de gezondheidsrisico’s van omwonenden van veehouderijen. De Gezondheidsraad is daarbij gevraagd om duiding van de gezondheidseffecten voor omwonenden van geitenhouderijen. Tot de verschijning van het advies van de Gezondheidsraad blijft het afstandsadvies van de GGD ongewijzigd. De GGD roept de Provincies en gemeenten op om de gezondheid van de burgers te beschermen, bijvoorbeeld door moratoria, zoals ook is geadviseerd in de brief van ministers aan de Tweede Kamer.