Latifa
Jeugdarts
Als kind wist ik het al: ik wilde dokter worden. Het werk van een huisarts of kinderarts leek me wel wat. Maar aan een baan als jeugdarts bij de GGD had ik nog niet gedacht. Tot ik een korte stage sociale geneeskunde liep bij Jeugdgezondheidszorg van GGD Hart voor Brabant. Dit is het voor mij, dacht ik. Hier raak ik nooit op uitgekeken!
Specialiseren én een gezinsleven opbouwen
Als jeugdarts kun je alle kanten op. We richten ons op de medische en mentale ontwikkeling van 0- tot 19-jarigen, wat heel breed is. Als je je kennis wilt verdiepen, dan kan dat. Ik koos voor fase 1 van de opleiding Arts Maatschappij & Gezondheid. Tijdens deze specialisatie werk en leer je extern, dus ik ging even uit dienst bij de GGD. Met mijn deeltijdcontract duurde de opleiding drie jaar: 1 dag per week opleiding en 2,5e dag werken. Zo heb ik me gespecialiseerd en tegelijkertijd een gezin opgebouwd. Mijn dochters zijn nu vijf en zeven, en ons derde kindje is onderweg. Echt fijn dat dit zo kan!
Diverse opleiding
De werkervaring die je opdoet tijdens de opleiding is heel divers. Zo liep ik stage bij Stichting Veilig Thuis, op de kinderafdeling van een ziekenhuis en bij een andere GGD. Daardoor herken ik symptomen sneller en beter. Zo zien we bij de GGD onder andere veel kindjes met zindelijkheidsproblemen. Soms gaat dat samen met obstipatie en dat herken ik vanuit het ziekenhuis. Daar leerde ik welke behandelingen en oefeningen helpen. Doordat ik de eerste signalen vroeg herken en de juiste adviezen kan geven, voorkom ik soms dat het kind bij de kinderarts terechtkomt.
Na mijn opleiding solliciteerde ik opnieuw bij GGD Hart voor Brabant. Het consultatiebureau in Den Bosch is dicht bij huis en het is een fijn team. Ook de werktijden zijn ideaal. Geen nacht- of weekenddiensten, al hebben we een paar keer per jaar een grote vaccinatiecampagne buiten kantoortijden. Die momenten zijn altijd heel gezellig.
Een speciale band
Door alles wat ik leerde, voel ik me nu nog zekerder in mijn werk. Daarmee kan ik soms echt het verschil maken. Zo zag ik eens een kindje met specifieke plekjes op de benen en wist ik meteen: dit is niet goed. Een uur later zat het gezin bij de kinderarts in het ziekenhuis. Het bleek een levensbedreigende ziekte waar snel gehandeld moest worden. De ouders bedankten me daarvoor. Later zag ik hen terug op het consultatiebureau met een ander pasgeboren kindje. Zo’n ervaring schept een bijzondere band!